KERSENBLOESEMTIJD (23 mrt)

7 IN GESPREK MET N

Ik ging naar Buiten om de bloesem te zien.
Ik zag de kersenbloesems. Aan weerszijden
bracht het zachte sneeuwen onvermijdelijk
een roze waas op straat. In een week of tien
verschuift een winter naar een nieuwe tijd,
groeien uit ogenschijnlijk kale stronken
duizenden bloemblaadjes, oneindig rijke
aanrakingen die wegzweven en fonkelend

onze ogen van zon naar aarde voeren.
Ze weven een lied dat daalt, maar na een jaar
opstijgt, tuimelend opengaat in ajour

boven onze hoofden. Klinkend verklaren
ze ons de liefde, ik liet mij meevoeren
en wat ik zong, hoorde ik dat psalmen waren.

– – –
*contrafact van Martinus Nijhoffs bekende:

DE MOEDER DE VROUW

Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
die elkaar vroeger schenen te vermijden,
worden weer buren. Een minuut of tien
dat ik daar lag, in ‘t gras, mijn thee gedronken,
mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd –
laat mij daar midden uit de oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken.

Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond bij ‘t roer,

en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.

*auteur: Martinus Nijhoff (1894-1953)

– – –

Op 23 maart is ook de zevende reeks, foto’s en een sonnet, online gegaan: https://www.facebook.com/kersenbloesemfeestalmere/posts/pfbid0poxJvYZiomeZaRdwmcnrgCgFdSq24GimwxCRLwUu38CtVweyuBng8XQabmmFSoKhl