Blauw verschiet de lucht als een vogel vertrekt
uit het licht, moeiteloos tussen de tralies
landt en op de rand van de kom heel precies
de snavel in water doopt, de kop heft, strekt
de weerloze hals en slikt. Langs veren lekt
een druppel, rolt door purperen weerschijn, kiest
een weg naar de aarde. Eksters, kauwtjes, driest,
rukken vergeefs aan de kooi: die overdekt
ons veilig. We vliegen zingend in en uit,
het lied klinkt hoger, het park ruist van geluid.
*Natuurkunstpark Lelystad 2020