‘I AM LOOKING FOR A NEW LANGUAGE ABOUT GROWTH’ (Arne Hendriks)

but language itself is a cell with tentacles
grabs around, fastens itelf to everything that sticks out
so we begin looking through the glasses of the word, of a
covering that only slowly wears out
full of double dexterities
metaphor stacked on metaphor
evermore woolly and the contours lost,
the cutting edge. the being.
 
language does not exist, as we forget
from time to time. it’s produced sound, by the vocal cords,
the tongue, the palate – semantically
a mistake: of the oh so soft mind
that wallows in its hard peel like a cream filling
in a chocolate egg.
 
nobody knows language. language proliferates cosily
in art and culture and news and in cries
of the tortured human being, if he still has a voice that is
 
growth itself gets named and as such
caught in sugar water, by alcohol
extracted, not made
genitus, non factus –  
 
in the name of
in the as good as eternal name of
our unforgettable aberration: to have to
give meaning
 
that isn’t there: holy be the Name

‘IK BEN OP ZOEK NAAR EEN NIEUWE TAAL RONDOM GROEI’ (Arne Hendriks)

maar taal zelf is een cel met tentakels
grijpt om zich heen, bevestigt zich aan elk uitsteeksel
zodat we gaan zien door de bril van het woord, van een
slechts langzaam slijtende bedekking
vol dubbelduidigheden
metafoor op metafoor gestapeld
steeds wolliger en verdwenen de contouren,
de scherpte. het bestaan.
 
taal bestaat niet, dat vergeten we
weleens. het is geproduceerd geluid, door de stembanden,
de tong, het verhemelte – semantisch
een vergissing: van het o zo zachte brein
dat zich wentelt in haar harde schil als een roomvulling
in een chocolade ei.
 
niemand kent taal. taal woekert gezellig
in kunst en cultuur en krant en in kreten
van de gemartelde mens, als hij nog bij stem is tenminste
 
groei zelf wordt benoemd en als zodanig
gevangen in suikerwater, op alcohol
getrokken, niet gemaakt
genitus, non factus
 
in de naam van
in de vrijwel eeuwige naam van
onze onvergetelijke aberratie: te moeten
betekenis geven
 
die er niet is: geheiligd zij de Naam