PASSIE
Zou de koning weleens op zijn tong bijten,
denk ik, benauwd, bloed kwijlend
als een vampier, warm rood, er kan geen pleister
op, mijn eigen taal: kan mij openrijten,
mijn ander ik ziet mij aan met verwijten
die woordeloos moeten blijven en bijster
weinig stelpen. Nu graag dringend een heiland
die als bloedend doekje mijn schuld kan kwijten
of zalig maken. Ik wil eraf. Kiezen,
ik hield de mijne op elkaar. Tot de dood
toe, een intellectueel. Dat is al veel
maar het werd nog mooier en rooier, een heel
glas wijn, nee, twee, drie glazen, avondbloedrood
en niets kon mij meer helpen als verliezen.